‘Meester’ vs ‘agent’

Nee, dit is niet de nieuwe ‘Verhoeven’ vs ‘Hari’. Het is veel minder spectaculair. Of niet; een wedstrijd die eindigt in een ’t.k.o.’ is geen echte wedstrijd, natuurlijk…

Mijn collega’s en ik worstelen nu al geruime tijd met het motiveren van onze leerlingen. Onze nieuwe groep eerstejaars weten natuurlijk ook al vanaf het begin van het schooljaar dat ze van Sander en Jet geen voldoende voor rekenen hoeven te halen. En veel mbo-leerlingen denken heus: “als ik er niet op kan zakken, en ik ook geen voldoende hoef te halen, waarom zou ik er dan mijn best voor doen?”

En ik neem het ze niet echt kwalijk hoor. De 1040 urennorm (nog zo’n pareltje van het ministerie van onderwijs) zorgt voor meer dan genoeg werkdruk (en bezigheidstherapie in andere lessen), zodat ze zich liever concentreren op vakken die er toe doen…

In het begin ging het nog aardig; bij het opfrissen van de basisvaardigheden (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en de volgorde van bewerkingen) deed iedereen nog mee, en waren de cijfers best prima. Maar bij het volgende hoofdstuk (decimale getallen, in onze methode) ging het al goed mis. Gemiddeld cijfer: 4,7.

En dan ga je nadenken. En overleggen. En je gegevens er eens goed op nakijken. En wat blijkt? Tijdens de les is de inzet van de studenten best prima. Ze zijn er, en ze doen mee (geloof me: een groot goed op het mbo), ze stellen vragen en ze oefenen wat. Maar buiten de les om gebeurt er in feite he-le-maal niets. Noppes. Nada. Buiten de les om oefenen ze niet. En ze hebben er wel de tijd voor (60 minuten per week specifiek om hun sommetjes te maken, onder begeleiding van een andere docent). Maar tijdens dat uur wint Facebook. Of de Samsung/iPhone. Of Netflix. Of (jaja, gelukkig…) een ander vak. Maar oefenen met rekenen is er niet bij. Rekenen gaat hier dus flink t.k.o.

Dus wat te doen? Herkansen dan maar, en hopen op het beste. Maar niet zomaar. Daar moeten we maar eens mee ophouden. Gewoon maar weer ouderwets ‘huiswerk’ opgeven, en pas wanneer je als leerling netjes alle sommetjes hebt gemaakt, heb je ‘recht’ op je herkansing. Spannende beslissing, zo op het mbo. Want waarom zouden ze? Ze kunnen er immers niet voor zakken? Toch hebben we dit nu maar even volgehouden.

En wat blijkt? 80% van de klas netjes alle sommetjes af. Dus die mochten allemaal herkansen. Gemiddelde cijfer na poging twee: 7,8. Dank u.

Diep van binnen heeft het me altijd tegen gestaan, maar vanaf heden ben ik toch weer meer de ‘agent’ in mijn klassen. Toegang tot de toets? Alleen als je al je sommetjes af hebt. Eens kijken of er over anderhalf jaar wat minder frequent het cijfer ‘1’ op de resultatenlijst van de rekentoetsen prijkt.

Meer rekenperikelen

Met een rekenmachine op school leer je geen rekenen

Geen wonder dat de rekenprestaties in Nederland dalen. Leerlingen hoeven niet te rekenen. Ze moeten met een rekenmachine erbij opgaven kunnen lezen en oplossen. Zo leren ze het niet, aldus Karin den Heijer.

Erik van Gameren, NRC

De verwachte resultaten van twintig jaar nieuwe rekendidactiek blijven uit. Begin deze maand zijn de resultaten van het Programme for International Student Assessment (PISA) gepresenteerd. De wiskundeprestaties van Nederlandse 15-jarigen gaan stelselmatig achteruit. De oorzaken voor de daling moeten nog nader worden onderzocht. Het Cito geeft alvast een voorzetje: ,,Een relevante vraag is in hoeverre de recente nadruk in het onderwijs op basale rekenvaardigheden wellicht ten koste is gegaan van de beheersing van de hogere-orde vaardigheden in wiskunde.”

Vol ongeloof herlees ik deze passage. Hoe kan het Cito dit met droge ogen beweren? Er wordt nu al twintig jaar gesuggereerd dat er in het onderwijs te veel nadruk ligt op basisvaardigheden. In diezelfde jaren gaf ik les in verschillende bètavakken. Te veel nadruk op de basis? Ik heb er niets van gemerkt. Ja, in Vlaanderen, daar konden mijn leerlingen rekenen. Maar in Nederland? Rekenvernieuwers hebben rekenen veranderd in begrijpend lezen met een rekenmachine.
Wat is rekenen eigenlijk? De meeste mensen zijn daar duidelijk over. ,,Uit het hoofd kunnen uitrekenen wat anderhalf keer anderhalf is”, zegt mijn fietsenmaker. ,,Wisselgeld kunnen teruggeven zonder een rekenmachine te pakken”, vindt de bloemist.

Kaal rekenen ‘irrelevant’

De meeste ‘rekenexperts’ zijn het daar niet mee eens. Volgens hen is rekenen ‘de combinatie van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten om adequaat en autonoom om te gaan met de kwantitatieve kant van de wereld om ons heen.’ Zij spreken liever van ‘gecijferdheid’. Volgens leerplanontwikkelaars heeft het kale rekenen zijn relevantie verloren. Het filteren van een som uit een verhaal, het op de juiste wijze gebruiken van de rekenmachine, het tonen van creativiteit en een probleemoplossende houding, dát is waar rekenen om zou moeten gaan! En dus stond ons rekenonderwijs de afgelopen decennia in het teken van het uitpluizen van warrige reclameteksten en het klokkijken in spiegelbeeld. Rekenen werd in Nederland geherdefinieerd.

Op 11 november 2016 informeerden Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker (OCW) de Tweede Kamer over de resultaten van de ‘rekentoets’ voor het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). In die brief komt het woord ‘rekenmachine’ niet voor. Dat terwijl het merendeel van de opgaven van de rekentoets bestaat uit verhaaltjessommen die met een rekenmachine mogen worden gemaakt.

Denk je eens in. De zwemleraar zegt dat je kind kan zwemmen, maar hij bedoelt eigenlijk dat je kind alleen maar kan zwemmen met zwembandjes om. De rij-instructeur zegt dat je kunt autorijden, maar vergeet erbij te zeggen dat het alleen maar gaat om rijden in een zelfrijdende auto. Tweede Kamerleden beslissen over een rekentoets, maar worden niet correct geïnformeerd over wat die nu eigenlijk toetst.

Gelukkig veroorzaakt de nieuwe rekendidactiek geen direct levensgevaar. Maar het nieuwe rekenen heeft wél verregaande gevolgen. Kinderen die niet goed kunnen lezen, denken nu ook dat ze niet kunnen rekenen, simpelweg omdat ze de talige rekenopgaven niet begrijpen. De rekenmachine is hun houvast. Maar op drijfzand kun je niet bouwen. Als je niet kunt delen door een half, vergeet de wiskunde dan maar. Of een carrière in de techniek.

Nu is gebleken dat de resultaten van het nieuwe rekenen ‘een beetje tegenvallen’, is het misschien een goed idee om dit mislukte experiment per direct te beëindigen. Na twintig jaar is het hoog tijd om te stoppen. Laten we weer gewoon gaan rekenen!

Karin den Heijer, 20 december 2016.

(Karin den Heijer (ir. chemie) is docent wiskunde aan het Erasmiaans Gymnasium en bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland.)

Artikel een op een overgenomen van hier.